Doe Maar-oprichter Ernst Jansz viert op vrijdag 19 januari zijn 75e verjaardag met een theatervoorstelling, waarin hij een muzikale reis maakt door zijn verleden. Speciaal voor De Puttenaer geeft hij een terugblik op een leven vol protestliedjes, een Brabantse boerderij, Doe Maar en Bob Dylan.
De kleine Ernst begon met pianospelen toen hij een jaar of negen oud was. Zijn vader speelde gitaar, zijn moeder ukelele. ,,Ik kan me uit die tijd nog herinneren dat we heel veel zongen, vooral op familieavonden. Op zondagavond kwamen er altijd kennissen en familie op bezoek bij ons in Amsterdam. Dan werd er muziek gemaakt. Mijn moeder had een prachtige stem. Het waren Indische liedjes die gespeeld werden, omdat mijn vader daar vandaan kwam, maar ook Amerikaanse evergreens uit die tijd.”
Op zijn achttiende kwam Jansz in zijn eerste bandje terecht. We schrijven het jaar 1967. De band CCC Inc. ontstond vanuit de middelbare school. Alle leden kwamen uit Amsterdam. ,,We wilden het liefst dag en nacht muziek met elkaar maken en zochten een ruimte om dat te kunnen doen. Zo zijn we in Brabant terecht gekomen in het plaatsje Neerkant, waar we een muziekcommune zijn begonnen. Doe Maar is ook op die boerderij ontstaan en ik woon er nog steeds.” Hier werden de eerste demo’s en probeersels opgenomen.
